Wat is trauma?

Wat is trauma?

Door het leven heen maken we verschillende dingen mee. De fijnste momenten zijn degene waar we ons gelukkig voelen, op ons gemak, geliefd en erkend. Maar er gebeuren ook dingen die ons doen wankelen. Die indruk op ons maken en langer duren om te verwerken. Wanneer hebben we het nu over een heftige gebeurtenis en wanneer over een trauma?

Trauma of niet?

Het woord ’trauma’ betekent letterlijk ‘wond’. Het is de herinnering van gevaar of dreiging die in het hier en nu ervaren wordt. Dit hoeft niet altijd een letterlijke herinnering vanuit ons geheugen te zijn. Veel ervaringen beleven we niet op bewust niveau en de meeste ervaringen vergeten we weer. In dit geval heb ik het meer over de impliciete herinnering vanuit het Autonoom Zenuwstelsel in het lichaam.

Korte uitleg

Bij gevaar of dreiging komt het Autonoom Zenuwstelsel in actie. Dit systeem zorgt ervoor dat we kunnen overleven in levensbedreigende situaties. Wanneer het Autonoom Zenuwstelsel hierin slaagt en de bijbehorende opgewekte energie weer kan ontladen, kan dit systeem zich weer veilig voelen en is de kans groot dat je geen trauma aan de ervaring overhoudt.

Trauma vormt zich echter wanneer het Autonoom Zenuwstelsel niet kon doen wat het had willen doen om zichzelf te verdedigen. Bijvoorbeeld omdat de gebeurtenis te groot/ teveel/ te erg was of omdat het te snel ging. We komen dan in een staat van onbeweeglijkheid, wat ons beschermt tegen het voelen van de pijn. De opgewekte vecht/vlucht energie wordt voor dit moment weggestopt en opgeslagen in het lichaam. Deze hoge energie blijft vervolgens als bevroren in ons lichaam hangen, tot we dit op een later moment in een veilige setting alsnog vrij kunnen laten komen. Dat voelt spannend, omdat je dan toelaat wat je juist al die tijd hebt weggedrukt. Toch is dit essentieel voor traumaverwerking.

Uitleg Autonoom Zenuwstelsel

Ons Autonoom Zenuwstelsel is dus verantwoordelijk voor onze overleving. In de vecht-/vluchtmodus zal het bepaalde lichaamsfuncties activeren (bijvoorbeeld hogere hartslag, sneller ademhalen en meer bloed naar de armen of benen sturen) en in de staat van onbeweegelijkheid bepaalde lichaamsfuncties uitschakelen (lagere hartslag, ademhaling blijft heel oppervlakkig, spierspanning heel hoog of juist heel laag). Of we vechten, vluchten of bevriezen is geen bewuste keuze, maar een biologisch proces en het ene is niet beter dan het andere!

Lees die laatste zin nog maar een keer.

Autonoom Zenuwstelsel

Om de kans op overleving zo groot mogelijk te maken zullen lichamelijke functies dus uitgeschakeld worden die niet direct bijdragen aan die overleving, bijv: bepaalde orgaanfuncties of het logisch nadenken. 

Niet de gebeurtenis, maar onze innerlijke ervaring bepaalt

Of een ervaring te groot/ teveel/ te erg is, is voor iedereen anders en afhankelijk van verschillende factoren. Het gaat dus niet om de gebeurtenis, maar om de INNERLIJKE ERVARING van die gebeurtenis. Zo kan een gebeurtenis heel heftig zijn, zonder dat je er een trauma aan overhoudt. Aan de andere kant kan iets dat relatief onschuldig lijkt, wel een trauma veroorzaken.

Ook de afwezigheid van iets dat je wel verwacht of nodig hebt kan trauma veroorzaken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het gemis van adequate steun, geborgenheid, liefde of zorg. Dit gebeurt, vaak ongemerkt en onbedoeld, veel in onze kindertijd (ontwikkelingstrauma) en daar bouwen we verschillende manieren omheen (overlevingsmechanismen) om hiermee om te gaan.

Onze innerlijk ervaring bestaat uit vijf bouwstenen

Betekenis: hiermee bedoelen we het verhaal, de woorden die we aan onze ervaring geven, het analyseren, reflecteren, betekenis geven.

Emotie: dit gaat over de gevoelens en emoties die we ervaren, zoals boosheid, verdriet, blijdschap of angst.

Lichaamssensaties: denk hierbij aan warmte, koude rillingen, kippenvel, zwaarte, lichtheid, blosjes op je wangen, kriebels in je buik, een ‘onderbuikgevoel’ hebben, druk op je borst of benauwdheid ervaren.

Indruk: hoe komt dat wat je ervaart/waarneemt bij je binnen en/of welke associaties roept het bij je op? Bijvoorbeeld wanneer iemand je serieus aankijkt, kan dit bij de ene persoon een strenge, beoordelende indruk geven, waar een ander juist de indruk krijgt dat diegene oprechte aandacht heeft.

Gedrag: hier hebben we het over de reactie die je geeft op je ervaring, hoe je handelt en je gedraagt.

Als deze vijf elementen goed met elkaar verbonden en op elkaar afgestemd zijn heb je een complete en afgeronde ervaring. Dus je gedrag, emoties en lichaamssensaties kloppen bij de situatie.

Bijvoorbeeld:

Iemand dringt voor bij de kassa: daar vind je daar iets van (betekenis), voel je iets bij (emotie: boosheid of gevoel van onrecht), je lichaam reageert erop (lichaamssensaties zoals hartkloppingen, spieren aanspannen, kaken en lippen stijf op elkaar of je mond valt juist open van verbazing), de indruk die je van deze persoon hebt is waarschijnlijk iets in de richting van ‘asociaal’ en je gedrag kan zijn dat je die persoon aanspreekt op het feit dat hij voordringt.

Als het mis gaat, dan zijn niet alle vijf elementen op de juiste manier met elkaar verbonden. Je kan dan bijvoorbeeld vertellen over iets ergs dat je hebt meegemaakt, zonder er ook maar iets bij te voelen. Het is alsof je vertelt over de boodschappen die je net gedaan hebt, terwijl het gaat over een ernstig auto-ongeluk dat je hebt meegemaakt. Als je het verhaal vaker vertelt, dan kan je merken dat de opbouw en details elke keer ongeveer hetzelfde zijn. Het is een riedeltje dat je zo kunt opdreunen.

Uit contact met je lichaam, je emoties en met jezelf

Het is dus niet de gebeurtenis, maar wat er IN ons gebeurt als reactie hierop, dat trauma veroorzaakt. En wat er IN ons gebeurt, is dat we uit contact raken met onze gevoelswereld. Zowel emotioneel als lichamelijk. We sluiten ons af zodat we de pijn niet hoeven te voelen en als je erover nadenkt is dit een heel mooi helpend systeem. Maar lange termijn wordt dit schadelijk voor de verbinding met jezelf en je omgeving. Zo raak je ook het contact met je eigen basisbehoefte kwijt en houd je het leven en je dierbaren uit zelfbescherming op afstand.

Wat kan je merken?

In het dagelijkse leven kan je bijvoorbeeld merken dat je een hyperfocus krijgt op alles wat ‘niet klopt’ en dat alles daarbuiten niet opgemerkt wordt. Je vertrouwt anderen minder snel en schat een situatie sneller in als dreigend. Dit kan zich uiten in de kleinste dingen, zoals altijd willen weten waar de uitgang is of altijd zo goed mogelijk voorbereid willen zijn op wat er eventueel komen gaat. Zo bedenk je vooraf alle mogelijke scenario’s die zouden kunnen plaatsvinden. Dat zorgt voor eindeloos gepieker en slapeloze nachten.

Een ander gevolg kan zijn dat je juist heel passief wordt. Onverschilligheid en depressie liggen dan op de loer. Het wordt een hele opgave om dingen gedaan te krijgen, keuzes te maken of om de deur uit te gaan. Ook logisch nadenken wordt moeilijker, je vergeet veel en nieuwe informatie sla je niet of minder goed op. Je kan misschien wel door met je leven en daarin relatief goed functioneren, maar zolang die vecht/vlucht energie nog in je lijf zit ( je autonoom zenuwstelsel weet niet dat het gevaar al geweken is), merk je dat het langer duurt om prikkels te verwerken en dat je sneller overprikkeld raakt.

Persoonlijke relaties 

In deze overleefstand is het moeilijker om persoonlijke relaties aan te gaan. Stel je maar eens voor dat je aangevallen wordt door een tijger. Waar gaat je aandacht dan naartoe? Heb je dan ruimte om naar het verhaal van een ander te luisteren? Een mail te lezen? Boodschappenlijstjes te onthouden? Nee, toch? Je bent bezig met zo snel mogelijk wegwezen en ontsnappingsroutes te vinden. In een overleefstand ben je logischerwijs vooral bezig om jezelf te beschermen en controle te krijgen op de situatie, ook al is deze situatie niet ideaal. Je voelt je niet veilig om je open te stellen en voelt geen vertrouwen in wat er kan gebeuren als jij een deel van jezelf blootgeeft. Je blijft je kwetsbaar voelen.

Daarom zijn veranderingen ook moeilijk om mee om te gaan.

Het contact herstellen

Om te herstellen, heb je de vijf elementen van de menselijke ervaring weer met elkaar in verbinding te brengen. Soms helpt praten daarbij, soms helpt even flink uithuilen daarbij en soms is het goed om de opgeslagen energie van de ervaring (de schrik, angst of overweldiging) fysiek te ontladen.

Bij lichaamsgerichte therapie richt ik me op het herstel van de vijf elementen met als eerste ingang het mentale en fysieke element. Voor herstel, is het belangrijk om je weer veilig te voelen in je lichaam en daarmee in jezelf. Waar overweldiging (verlies van controle) de oorzaak van trauma is, bouwen we met Lichaamsgerichte Therapie in kleine stappen weer een gezonde relatie met het lichaam en je emoties op (terugkrijgen van controle). Daarna is er ruimte voor verwerking, vanuit een stevige basis.

Ook al is het tig jaar na dato.

Dat is mogelijk omdat het emotionele brein (de amygdala) los staat van tijd en realiteit. Een droom of nachtmerrie voelt voor dit deel van het brein alsof het echt gebeurt. Een herinnering voelt alsof het nu plaatsvindt. Dit emotionele brein zorgt er bijvoorbeeld voor dat je liedjes op de radio uit je pubertijd direct weer mee kunt zingen, ook al heb je het liedje al jaren niet meer gehoord. In de pubertijd staat je emotionele brein volop aan.

Traumaverwerking

Van dit deel van het brein maken we ook gebruik tijdens traumatherapie. Dit doen we in combinatie met het belichamen van de ervaring om vervolgens het lichaam te laten doen wat het had willen doen om zichzelf te verdedigen tegen de pijn of overweldiging, maar dat toen niet kon. Door dit helemaal te belichamen, wordt het Autonoom Zenuwstelsel gerustgesteld en voel je wat je eigenlijk al weet, namelijk dat het gevaar geweken is en je veilig bent.

Met behulp van co-regulatie

Het is belangrijk om de verbinding met het lichaam op een veilige en warme manier opnieuw tot stand te brengen. Samen met iemand die jou kan helpen met het reguleren van je stress en emoties. Co-regulatie noemen we dat. Zo kunnen we in kleine stapjes het lichaam de kans geven om de schrik uit je lijf te krijgen. Om, met andere woorden, die vecht/vlucht energie die al die tijd ‘bevroren’ in je systeem zat, nu te bevrijden en te ontladen.

Mensen die jou voorgingen voelden zich hierna 10 kilo lichter. Alsof er een last van hun schouders viel en zij voor het eerst sinds lange tijd weer konden ademhalen. Zij rechtten hun rug en kregen een heldere blik in hun ogen. Ineens waren zij meer ‘aanwezig’ en was er meer contact. Zij voelden zich bevrijd! Vrij om toe te geven aan hun eigen behoeften en vrij om zich uit te spreken zonder zich nog langer schuldig of bezwaard te voelen.

Wil jij dit ook?

Wat is trauma?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *